Niet alle whisky is bourbon, maar alle bourbon is whisky

Voor je echt in de whiskywereld duikt, is het handig om wat basisinformatie goed op een rijtje te hebben. Dan is onderzoeken wat het verschil tussen whisky en whiskey is een heel goed startpunt. Een volgende stap is dan om naar whiskystijlen te kijken. Bourbon is een van de meest bekende Amerikaanse stijlen. Iedere bourbon is whisky, maar niet iedere whisky is bourbon is het beste ezelsbruggetje om te hanteren.

Bourbon mag volgens de Amerikaanse wet zo genoemd worden als het aan de volgende regels voldoet: het is in Amerika gemaakt, wordt voor 51% uit maïs gedistilleerd en wordt gerijpt op nieuwe vaten. Dat is een flink verschil met whisky, want wordt gedistilleerd uit allerlei soorten graan (tarwe, rogge gerst of maïs) en rijpt juist vaker op gebruikte vaten door de smaak die daar nog in zit.

Kentucky

Overal in Amerika mag en wordt bourbon gemaakt. De bakermat van de drank is de staat Kentucky. Er zijn inmiddels zoveel merken met een geheel eigen smaakprofiel dat iedereen wel echt een eigen favoriet heeft. Je kan de echte Kentucky bourbon wel terugbrengen naar vijf smaken: graan, hout, fruit & bloemen, kruiden en zoete aroma’s.

Smaakprofiel

Omdat bourbon voor meer dan de helft uit maïs wordt gemaakt, heeft de drank sowieso een andere smaak dan whisky uit een ander graan. Tel daarbij op dat veel bourbon op eikenhouten vaten wordt gerijpt en dan krijg je een heel bijzonder smaakprofiel. Je proeft een veel verschillende varianten altijd wel iets van rozijnen, hazelnoten, chocolade, honing en sinaasappel.

Tijd van rijping

Om tot dit smaakprofiel te komen heb je nog een paar andere zaken belangrijk. Op een fles bourbon (en whiskey) vind je altijd de proof strenght terug. Dat is eigenlijk het dubbele van het alcoholpercentage, dus dat is in dit geval altijd ergens tussen de 80 en 90. Naast het alcoholpercentage zegt de leeftijd van een bourbon iets over hoe de smaken zich op vat hebben kunnen ontwikkelen. Dat wil niet zeggen dat ouder per defenitie meer smaak heeft, maar bepaalde smaken hebben langer de tijd gehad om zich te ontwikkelen.

Simpel gezegd: een distillaat smaakt na twee jaar op vat, heel anders dan na vijf ot tien jaar. Na vijf of tien Wat je ziet is dat drank naar verloop van tijd soepeler wordt en meer karamel en vanille tonen ontwikkelt. Eigenlijk heeft iedere drank die rijpt op vaten een piekmoment wanneer hij perfect is om te bottelen. Mis je dit, dan verliest hij aan kracht op alle fronten.

Wes van Geneijgen